Zorgplicht
Scholen moeten ervoor zorgen dat elk kind een passende plek krijgt. Ook als het kind extra begeleiding en ondersteuning nodig heeft. Deze verplichting voor scholen heet zorgplicht. De zorgplicht geldt voor zowel het regulier als speciaal (basis)onderwijs. Bij leerlingen die door ouders schriftelijk bij de school zijn aangemeld én bij leerlingen die al op de school zitten en extra ondersteuning nodig hebben, heeft de school zorgplicht.
Dat betekent dat de school, samen met ouders, op zoek moet naar mogelijkheden om de leerling op eigen school, binnen het schoolbestuur, een andere basisschool of een school voor speciaal basisonderwijs te begeleiden. De school onderzoekt of de leerling op school terecht kan. De school kan hiervoor om extra informatie vragen bij de ouders. Voor dit onderzoek heeft de school zes weken de tijd. Deze periode mag één keer met vier weken worden verlengd. In deze onderzoeksperiode hoeft de school de leerling nog niet te plaatsen.
Als je bij aanmelding al weet dat jouw kind extra ondersteuning of zorg nodig heeft, geef dit dan aan bij de school. Wanneer geldt de zorgplicht niet? De zorgplicht geldt in een aantal gevallen niet: Als de school waar het kind is aangemeld vol is. Indien de ouders weigeren de grondslag van de school te onderschrijven. Wanneer leerlingen bijvoorbeeld een taalachterstand (hardnekkig) hebben en extra ondersteuning nodig hebben om die achterstand in te lopen. Bij aanmelding tot een instelling van cluster 1, 2, 3 en 4. Bij inschrijving op een ander niveau dan de oude school adviseert.